Feiten en interpretaties

Test het maar eens uit tijdens een volgend gesprek. Beschrijf de persoon met wie je in gesprek bent. Je mag alleen feiten gebruiken, geen gedachten, interpretaties of emoties. Als je werkelijk alleen feiten gebruikt, kom je op de omschrijvingen als:

• Weegt xxx kilo
• Is xxx cm lang
• Draagt kledingstuk van die kleur of dat materiaal
• Heeft die of die kleur haar
• Enz

En je zult ontdekken hoe gemakkelijk het is om te zeggen:
Mijn gesprekspartner is aan de stevige kant, ze draagt graag strakke of veelkleurige kleding, ze kauwt op kauwgom als ze haast heeft.

(Glim)lach erom en besef hoe makkelijk me interpreteren. En ook hier gaat het over bewustzijn. Want geen enkel feit staat vast en zelfs dat niet 🙂